Reageer via email!



Meer Duitsland en Nebenbahnen:


Klik op de kaart om andere lijnen te bekijken of kies voor:


Nebenbahnen
(achtergrond en geschiedenis)


Terug naar kaart Alpenregio van Bayern




Toeristische externe link:

Allgäu/Schwaben

Alle informatie over dit gebied inclusief hotels, overnachtingen en toeristische tips.

Allgäu (toeristisch)

De Allgäu is een fantastisch gebied voor wie van bergachtige en glooiende landschappen houdt. ‘s Zomers biedt de Allgäu veel voor wandelaars en zwemmers (meren) en ‘s winters kan op veel plaatsen geskied worden. Wie in de herfst dit gebied bezoekt, zal het er stil vinden, maar bekoord raken door fraaie herfstkleuren.
Ook biedt de Allgäu veel kunst, cultuur, schilderachtige dorpen en steden en tal van kloosters. Kortom, voor wie niet op zoek is naar Mediterrane stranden, een prachtige vakantiegebied.
Per auto is dit gebied gemakkelijk te berijden. Maar laat die ook eens staan. Per trein is de Allgäu namelijke uitstekend te bereiken en te bereizen. Met bijvoorbeeld een Bayern Ticket kunnen vijf personen voor slechts enkele eurotientjes, heel Beieren door, een gebied dat groter is dan Nederland.


Boemelen in Beieren

De Allgäubahn (München - Lindau) is een schitterende spoorlijn, niet alleen om treinen te fotograferen, maar ook om zelf te bereizen. Vooral het gedeelte tussen Kaufbeuren en Lindau verloopt door het prachtig glooiende Allgäu landschap en langs verschillende meren. Tussen Hergatz en Lindau ontstaan fraaie uitzichten op de Bodensee. Station Lindau ligt op een schiereiland en biedt Oostenrijkse, Zwitserse en Duitse tractie. Een andere aanrader is de spoorlijn Kempten - Garmisch-Partenkirchen, de beroemde Ausserfernbahn (bezoek eerst de pagina's op deze website), die over Oostenrijks gebied loopt. Met het Bayern Ticket kan deze lijn worden bereisd.
Tot slot verdient de lijn Immenstadt - Oberstdorf een vermelding: een landschappelijk aardige railverbinding, echter niet zo spectaculair als de Ausserfernbahn
.


Reizen door Beieren

Op werkdagen na 9.00 uur kan gebruik gemaakt worden van het Bayern Ticket, een kaartje dat geldig is tot diep in de volgende nacht. Heel Beieren is ermee te bereizen per trein, S-Bahn, tram en bus en de kosten zijn beperkt tot een paar tientjes (euro) voor maximaal vijf personen. Vanuit Kempten zijn reizen te maken naar onder andere historische steden als Würzburg, Nürnberg, Regensburg en last but not least München.
Het Bayern Ticket is niet geldig (ook niet met bijbetaling) op de echt snelle treinen zoals IC, EC en ICE.
In het weekeinde kan ook gebruik worden gemaakt van Schönes Wochenendsticket.

Nadere informatie:

op Bahn.de

Röthenbach (Allgäu) - Weiler im Allgäu

Opbraak van het kleinste lokaallijntje in de Allgäu


De net opgebroken lijn - de overweg bevat nog rails - even buiten Röthenbach (Allgäu) op 5 juli 2001. Foto: Oege Kleijne.


Zomervakanties? Dat zijn in ons geval combinaties van zon, zee, strand en, als het even kan, wat berglandschappen. Hoe de samenstelling ook moge uitvallen, een weekje Duitsland zit er altijd wel in. En dan kan een echte Nebenbahnfan er natuurlijk niet omheen een portie spoorwegen aan het vakantiemenu toe te voegen. Dat een dergelijk ingrediënt niet zelden verrassingen tot gevolg heeft, is op zijn minst mooi meegenomen.

Door Oege Kleijne

Een paar weekjes in de schitterende Allgäu betekent dan ook dat menig spoorlijn wordt bezocht of - waar de familie een oogje toeknijpt - het uitkammen van een heel gebied, op zoek naar spoorlijnen, stations of restanten van spoorse activiteiten. Tijdens een van die zoektochten ging het in de richting van Röthenbach, tussen Kempten en het prachtige Lindau aan de Bodensee. Net voor het station ontdekte ik een overweg waar aan beide kanten de rails waren verwijderd. De opbraakploeg moest hier recentelijk zijn geweest, getuige de nog niet overwoekerde ballast en de vele dwarsliggers die nog gewoon op hun plek lagen.

Moeilijk te volgen

Een blik op de Generalkarte leerde dat het hier om de lijn naar Weiler im Allgäu moest gaan. Wat de kaart ook aangaf, bleek al snel: de spoorlijn was op het eerste stuk buitengewoon moeilijk te volgen. Bij een enkele kilometers van Röthenbach verwijderd liggende fabriek stond nog een graafmachine met het opschrift 'DB'. Verderop, in de richting van Weiler, lagen de rails er nog gewoon. Mijn vermoeden dat men juist met de opbraak van de lijn bezig was, werd bevestigd toen een kraan over de rails in de richting van Weiler reed met een kleine container met gasflessen. Ik keek mijn vrouw aan en vroeg of er een uurtje af zou kunnen. Want een opbraakploeg in volle actie, dat was een toevalstreffer zoals je die niet vaak tegenkomt, zeker niet als argeloos vakantieganger. Ze knikte instemmend.


Ter hoogte van de vroegere halte Auers was de overweg verwijderd, de Bundesstrasse opgehoogd en waren de uit de overweg afkomstige rails op de spoorbrug gelegd. De lijn gezien in de richting van Weiler im Allgäu op 5 juli 2001. Foto: Oege Kleijne.

Behendig

Ongeveer twee kilometer van Weiler verwijderd, stond een ploeg mannen bij de spoorlijn. Hun dienstauto was weggezakt in de modder en er was geen beweging in te krijgen. Of ik wilde helpen duwen? Tuurlijk! Maar ook met de kracht van vier man, was er geen beweging in de auto te krijgen. "Dan moeten we wachten op de Bagger (de rijdende kraan)", riep een van de mannen. Die kwam al snel. De bestuurder reed naar de overweg, draaide het voertuig behendig, zo'n 90 graden, hief het spooronderstel op en reed nu op gewone wielen naar de dienstauto. Ketting om de trekhaak en binnen enkele seconden was de dienstauto vlotgetrokken. Intussen had ik de mannen honderduit gevraagd over de opbraak en ook alle relevante informatie gekregen. Mijn accent wekte nieuwsgierigheid op. "U komt uit Nederland en u bent geïnteresseerd in ons werk, het opbreken van spoorlijnen? Nou, dat maken we zelden mee", vertelde de ploegleider.

Snijbrander

De opbraak geschiedde volgens een bijna fabrieksmatige aanpak. Eén ploeg reed de spoorlijn af met een lorrie. Met een snijbrander werden de stukken spoor in delen van ongeveer een meter doorgesneden. Binnen tien tot twintig seconden vrat de brander zich door de dikke rails heen. Vervolgens kwam de Bagger, stapelde tien tot twaalf stukken rails met bielsen op een een-assige lorrie en reed naar een punt waar de stukken rails werden opgestapeld, klaar om door een vrachtwagen naar een 'werkplaats' halverwege Röthenbach te worden vervoerd. Daar werden dwarsliggers en rails van elkaar gescheiden en verdeeld in containers. Waren die vol dan werden ze afgevoerd naar een ijzerhandel in Augsburg. Per vrachtauto, de trein kwam ook voor de afvoer van de laatste stukjes lokaallijn niet eens meer ‘in Frage'.


De rails liggen nog op 5 juli 2001 tussen de vroegere halte Auers en Weiler. Hier de lijn even buiten Weiler en gezien in de richting van Röthenbach. Foto: Oege Kleijne.

Kriebelen

Ondanks het fraaie weer, de prachtige vergezichten en de ontspannende wandelingen bleven de activiteiten van deze Oost-Duitse werkers aan de lijn naar Weiler kriebelen. Een kleine week later ging de reis opnieuw in de richting van Weiler. Nu om nog meer foto's te nemen. De mannen herkenden me van de week daarvoor. Ze zwaaiden vriendelijk. De lijn werd systematisch afgewerkt. Stukje voor stukje fotografisch vastgelegd. Eigenlijk verbazend, hoe snel een spoorlijn kan worden gesloopt, want binnen enkele dagen had men vele kilometers van rails en biels ontdaan.

Bagger

De bestuurder van de kraan maakte een praatje en nodigde me uit voor een rit. De Bagger hobbelde over de door de snijbrander doorgesneden rails. De korte stukjes spoor van ongeveer een meter gaven het idee alsof je in de jaren zestig in een trein zat die zo'n 160 kilometer per uur reed. Grappig! De laatste rit op een spoorlijn in een kraan, dat verzin je niet. De behendigheid waarmee hij de stukjes spoor uit het grind takelde en die vervolgens tot een meter of anderhalf opstapelde op een eenassige lorrie was indrukwekkend. Was de stapel eenmaal op hoogte dan klemden de beide kaken van de grijpers zich om een van een stukken spoor, tilde het geheel zo'n dertig centimeter op en dan ging het naar de stapelplaats.

Onvermoeibaar

Na twee uur fotograferen, kijken en toch ook bewonderen, zette ik me weer achter het stuur en zwaaide ten teken van afscheid naar de harde werkers. 36 graden bleek het inmiddels te zijn. De mannen gingen onvermoeibaar verder. Ik keek naar mijn vrouw die al die tijd geduldig had zitten wachten. "Ook zin in terrasje met uitzicht op de Bodensee?" vroeg ik haar. "Alsof je het nooit zou voorstellen...", lachte ze.

Epiloog

Na de afbraak van de spoorlijn is het tracé in gebruik genomen als fiets- en wandelpad, het uiteindelijke lot van veel Beierse spoorlijnen. Hiervoor is zelfs een redelijk succesvolle inzamelingsactie onder de plaatselijke bevolking gehouden.


Het emplacement van Weiler, van een dikke laag ballast voorzien en dienst doend als parkeerplaats. Daarachter het voormalige stationsgebouw. 5 juli 2001. Foto: Oege Kleijne.



Het vroegere stationsgebouw van Weiler, nu gezien vanaf de andere zijde. Rechts van het gebouw lagen vroeger de sporen, die vermoedelijk hebben doorgelopen tot de plaats waar nu de bushaltes staan. 5 juli 2001. Foto: Oege Kleijne.



Spoorzoeken in de Allgäu

Wie opgebroken spoorlijntjes wil volgen, kan dat het best per fiets doen, want de meeste tracés zijn in gebruik als fietspad. Vooral Kempten - Isny (- Leutkirch) is zeer aan te bevelen vanwege de grote hoeveelheid halte- en stationsgebouwtjes en het prachtige natuurschoon.

Verder kunnen worden gevolgd (onder meer):

-Röthenbach - Lindenberg - Scheidegg en
-Biessenhofen - Marktoberdorf.


Met dank aan Hub Brouns.

Röthenbach (Allgäu) - Weiler im Allgäu

Geschiedenis in vogelvlucht

Type spoorlijn:
Nebenbahn (lokaalspoorlijn)

Lengte: 5,7 km

Opening: 22.7.1893

Sluiting (reizigersverkeer): 1.12.1960

Sluiting (goederenverkeer): 1.5.1991

Ingebruikneming als fietspad:
Juni 2005

Stations:
Röthenbach (aan de lijn Kempten - Lindau), Auers, Weiler.

Stationsgebouwen:
Weiler en Röthenbach.

De spoorlijn was vooral bedoeld om reizigers uit Weiler naar het spoorwegknooppunt Röthenbach te brengen. Vanuit die plaats konden de reizigers verder naar Kempten - Ulm/München of naar Lindau aan de Bodensee. Ook takte in Röthenbach het lokaallijntje naar Lindenberg en Scheidegg af. Spectaculair zijn de vervoerde aantallen reizigers of hoeveelheden goederen op de lijn naar Weiler nooit geweest. Al na de Tweede Wereldoorlog daalde het aantal reizigers zodanig dat het aantal retourritten op deze lijn verminderde tot zeven in 1950 en in 1953 nog maar een dagelijkse slag werd gemaakt. Ook het goederenverkeer overleefde het niet. In de jaren tachtig werd er nog gemiddeld twee tot drie keer per maand (!) gereden.
Tot in de jaren vijftig hebben de stoomlocomotieven van de serie 98, typisch kleine locs voor de Nebenbahnen, daar dienst gedaan met enkele rijtuigen. Vermoedelijk heeft de lijn geen moderne tractie in de vorm van railbussen in de reizigersdienst gekend. De goederendienst werd de laatste jaren tot de sluiting afgewikkeld met een diesellocomotief van het type V 100 van de DB.



Halverwege Auers en Weiler, gezien in de richting van Weiler liggen de rails er nog ongerept bij na vele jaren niet gebruikt te zijn. 5 juli 2001.

Een rijdende kraan heeft net een kleine container met gasflessen bij het begin van het emplacement van Weiler neergezet en rijdt nu naar de werkplaats halverwege Röthenbach om daar hand- en spandiensten te gaan verrichten.

De 'werkplaats' halverwege de lijn, ongeveer daar waar de vroegere halte Auers heeft gelegen. Hier worden de rails en de stalen dwarsliggers van elkaar gescheiden en klaar gemaakt voor vervoer naar de sloperij die zich in Augsburg bevindt. Een bijna fabrieksmatige werkwijze die snel en efficiënt is.

Blik op de lijn met de net gebracht container met gasflessen. Op de achtergrond de kerktoren van Weiler, 5 juli 2001.

Een kleine week later. De 'Bagger', de rijdende kraan, brengt de korte stukken spoor naar een verzamelplaats waar een vrachtwagen deze ophaalt en vervolgens naar de werkplaats brengt, halverwege de lijn.

Even verderop wordt hard gewerkt aan het doorsnijden van de rails. De snijbrander vreet zich in nog geen tien seconden verticaal door de spoorstaaf heen. Eventuele brandjes worden direct geblust.

Ongeveer op de plek van de spoorbrug nabij de halte Auers is een week na het eerste bezoek al geen rails meer te zien. Hier is de rijdende kraan drukdoende met het verwijderen van de rails.

Op de bok. De stukken rails worden door de rijdende kraan over de rails vervoerd naar de centrale plaats waar ze uiteen worden genomen.

De kraan bij de opbraak, Auers, 12 juli 2001. Foto's: Oege Kleijne.

Eindredactie:
Roelof Hamoen.