Terug naar verhalen in zwart-wit

Lotgevallen van
een laatste
goederentrein

De laatste trein naar IJmuiden?

Herinneringen aan de Noord-Friese

Herinneringen aan deVeenendaallijn

Het laatste restje van een opbraak
(Glanerbrug - Losser)


Reageer!



Meer informatie:


Op deze website:

Overzicht alle bijdragen Noord-Friesland

De geschiedenis van de Noord-Friese lijntjes in vogelvlucht

NFLS (5):
De laatste jaren van de Noord-Friesche

Stand: januari 2007.

Eindredactie:
Oege Kleijne,
Roelof Hamoen

Met dank aan: Wim Hoekema, Raymond Kiès en Wytze Wijbenga.

Retourtje Stiens met slechts één Italiaanse wagen

De Noord-Friese? Het wordt nooit meer zoals vroeger!

"Het is dinsdag 23 februari 1988. Boven het Leeuwarder emplacement hangt een winterse waas van regen gemengd met hagel. De machinist en rangeerder die vandaag dienst doen op de goederentrein naar Stiens, zitten in het warme rangeerdersverblijfje op het goederenemplacement. Ze genieten van hun warme bak koffie, lezen de krant en wisselen de laatste nieuwtjes uit. Op de goederensporen staat hun trein reeds klaar. Hoewel trein? Er hoeft ditmaal slechts één Italiaanse Interfrigo-koelwagen naar Stiens gebracht te worden!

Door Wim Hoekema

De locomotief, vandaag de 2406, zal er dan ook geen zware taak aan hebben. Alhoewel het konvooi volgens dienstregeling om 11.54 uur uit Leeuwarden moet vertrekken, duurt het nog tot vijf over twaalf voor er beweging in het personeelsverblijf valt te bespeuren. Eerst gaat een van de rangeerders per fiets op weg naar de spoorbrug over de Harlingertrekvaart. Deze brug staat normaal open voor de scheepvaart en moet nu worden gesloten voor de trein.


Om de lijn richting Stiens te kunnen berijden, dient eerst de brug over de Harlinger Trekvaart door een rangeerder te worden gesloten. Leeuwarden, 11 april 1992. Foto: Wytze Wijbenga.

Sluitsein

Even later worden de kranten opgevouwen en gaan de beide mannen op weg naar hun loc. De rangeerder, vanwege de kou voorzien van een ijsmuts, hangt een rood knipperend sluitsein op de Italiaanse koelwagen, terwijl de meester de loc start. De rangeerder gaat voor op de loc staan en de machinist zet de rijkruk in de eerste stand. Een vette walm ontsnapt aan de uitlaat van de loc en langzaam zet de trein zich in beweging.

Hahob

Schommelend gaat het over enkele afbuigende wissels onder het Stephensonviaduct door naar de eerste overweg waar gestopt wordt, net buiten het emplacement van station Leeuwarden. De rangeerder springt van de loc en loopt naar het bedieningskastje van de hahob (zie kader rechts) in de Marshallweg. De bel klingelt, rode lichten knipperen en de halve bomen dalen. Een stoot op de hoorn van de loc en rijden maar.

Dubbelsporig

De lijn lijkt hier nog dubbelsporig maar schijn bedriegt. Het andere spoor is een lang uithaalspoor van het goederenemplacement, dat vlak voor de brug doodloopt.
Kalm rijdt het treintje over het industrieterrein. Na een stop bij de overweg in de Zwettestraat gaat het met maximaal 5 km/u over de inmiddels gesloten draaibrug. De brug is er na een aanvaring in 1962 niet steviger op geworden, dus rustig aan. Achter de Frieslandhal liggen nog zijsporen naar de VSF-fabriek. Sporadisch wordt deze aansluiting nog bediend, maar vandaag rijden we door. De bediening van deze aansluiting vindt ook meestal op de terugweg plaats.
Van de in juli 1962 aangelegde spooraansluiting met veelading van de Frieslandhal is alleen het talud nog terug te vinden. Het vee laat zich liever per auto vervoeren.


Locomotief 2411 tijdens rangeerwerkzaamheden te Leeuwarden op de lijn naar Stiens. Hier steekt het konvoor de Harlinger Trekvaart over. Foto: Raymond Kiès. 29 oktober 1987.

Leeuwarden Halte

Voor de provinciale weg Leeuwarden-Harlingen (N31), beter bekend als de Harlingerstraatweg, wordt weer gestopt. Toen er nog regelmatig reizigerstreinen reden, stond hier het stationsgebouw Leeuwarden Halte. Anno 1988 herinneren alleen de betonnen keerwanden van het perron nog aan lang vervlogen tijden. Deze overweg is nog voorzien van bomen die de gehele weg afsluiten en voorzien zijn van een scharnierend traliewerk.
De rangeerder wacht even totdat het verkeer op de hoofd- en parallelwegen minder druk wordt en sluit dan de bomen. Een kleine verkeersopstopping is het gevolg. De trein steekt snel over en vervolgt zijn weg langs het Westeinde, onderweg luid toeterend, want er moeten vele onbewaakte overpaden worden gekruist. Het nu volgende stuk geldt als het gevaarlijkste deel van de lijn.

Over de Vliegbasis Leeuwarden

Een unieke situatie doet zich voor bij de Vliegbasis Leeuwarden, waar de lijn dwars over het militaire vliegveld heenloopt (een stukje geschiedenis over deze bijzondere situatie staat op de volgende pagina). Onze trein stopt net voor het toegangshek van de vliegbasis. De marechaussee staat al klaar en opent de hekken waarna de trein het terrein van de basis kan oversteken.
Van de in de oorlog aangelegde en tot in de jaren zeventig aanwezige zijsporen is niets meer terug te vinden. Alleen een verhoogd laadperron op het terrein getuigt nog van de vroegere situatie. Stapvoets passeert de trein de onbewaakte overgang in de hoofdpoort van de basis en het andere hek, waarmee de basis weer wordt verlaten.

S-boog

Met een ruime boog gaat het aan op de N357, de weg Leeuwarden - Stiens, waar opnieuw wordt gestopt om de overweg te bedienen. Deze spoorwegovergang in de grote S-boog bij de vroegere halte Jelsum was na staking van de reizigersdienst alleen voorzien van andreaskruisen. Begin jaren zestig nam het verkeer steeds meer toe en plaatsten de NS er enkelvoudige knipperlichten, in vaktaal, een haki (zie kader rechts). Zoals in die tijd gebruikelijk op dat soort lijnen, werden deze lichten door de rangeerder in werking gesteld.


Een flinke goederentrein ter hoogte van Jelsum met de 2411 op weg van Stiens naar Leeuwarden op 29 oktober 1987. Foto: Raymond Kiès.

Bombardement

Het haltegebouw van Jelsum is overigens in 1944 letterlijk weggevaagd door een voltreffer tijdens een geallieerd bombardement op Vliegveld Leeuwarden (zie de volgende pagina).
Na de veilige passage van de overweg verruilt de rangeerder zijn koude plekje voorop de loc voor de warme cabine van de ronkende 2406. Luid toeterend wordt Stiens bereikt waar het waarachtig iets droger is dan in de Friese hoofdstad. Het witgepleisterde stationsgebouw is nog steeds aanwezig, hoewel er al meer dan vijftig jaar geen kaartjes meer worden verkocht. Van het eens zo imposante emplacement is slechts één omloopspoor overgebleven. Ons treintje rijdt echter direct door naar de aansluiting van de Zaaigoed en Pootgrond Coöperatie (ZPC).

Twee zijsporen

Op het terrein liggen twee zijsporen die in de winter worden gebruikt voor het beladen van wagens met aardappelen voor onder andere Italië. Terwijl de rangeerder een sprong van de loc maakt, rijdt de trein het laatste wissel voorbij. Met een klap legt de rangeerder dit om. Het is inmiddels half één wanneer de rangeerder de wagen loskoppelt. Met het geluid van stotende buffers drukt de 2406 de wagen het ZPC-complex op. De rangeerder verdwijnt in een loods, waarna de meester kans ziet enkele boterhammen naar binnen te werken.


De aansluiting met de ZPC te Stiens op 5 januari 1988. Loc 2407 rijdt los terug naar Leeuwarden . De concurrentie in de vorm van Spaanse vrachtwagens staat te wachten op lading. Tussen loc en vrachtwagen is nog net het stationsgebouw van Stiens te zien. Foto: Roelof Hamoen.

Geen wagens mee terug

Na enkele minuten komt zijn collega terug met de mededeling dat er vandaag geen wagens mee terug hoeven. Was dit wel het geval geweest, dan had de lok deze wagens eerst naar het station teruggeduwd, waar omgelopen kan worden. Nu vervallen deze rangeerbewegingen en om tien voor één vertrekt de losse loc met brullend dieselgeweld onder treinnummer 55728 terug naar Leeuwarden waar hij eerder binnenkomt dan gepland.
Maar wie kan dat schelen op een goederenlijntje met in het winterseizoen slechts één trein per werkdag? Hier hoef je de dienstregeling niet tot op de minuut aan te houden. Terug in Leeuwarden wordt de 2406 op een goederenspoor gezet, waarna machinist en rangeerder door de regen spurten op weg naar de plaats waar dit verhaal begon: het rangeerdersverblijf waar dampende koffie op hen wacht!"

Lees verder in deel 5.

Wim Hoekema

De lokaalspoorlijntjes ten noorden van Leeuwarden hebben bij veel railliefhebbers een gevoelige snaar geraakt, getuige de vele websites over deze pittoreske raillijnen. Ook Wim Hoekema raakte geboeid door de 'Noord-Friesche' en verhaalt op deze pagina over een rit van Leeuwarden naar Stiens, toen alleen nog dat laatste stukje van het ooit zo omvangrijk NFLS-net werd gebruikt. Hij verzuchtte tijdens die rit al dat 'het nooit meer zoals vroeger zou worden'. Sterker nog: zelfs de lijn naar Stiens wordt niet meer geëxploiteerd en opbraak dreigt. Hoewel Hoekema vindt dat zijn verhaal niet kan tippen aan vertellingen over het goederenvervoer in de gloriejaren vijftig en zestig, laat hij in dit verhaal nog een keer de gemoedelijke sfeer van een rit over dit aardappellijntje terugkomen.


Overwegen op goederenlijntjes

In de jaren zeventig en tachtig telde Nederland veel lijntjes waarop nog goederentreinen reden, terwijl de reizigersdienst al lang tot het verleden behoorde. Anders dan in de tijd van de reizigerstreinen werden de overwegen nu niet meer door overwegbedienden bewaakt. Vooral in de jaren vijftig moesten de rangeerders of de goederentreinconducteurs zelf de overwegen beveiligen door de handbediende bomen neer te laten en na het passeren van de trein weer te openen voor het wegverkeer. Dat was een omslachtige en tijdrovende werkwijze. Eerst de trein laten stoppen, dan de overweg beveiligen, de trein trekt vervolgens op om direct na de overgang weer te stoppen om de rangeerder of conducteur weer mee te nemen.
In de loop van de jaren zestig en zeventig werden die handbediende overwegen vaak vervangen door halfautomatische installaties met overwegbomen (hahob) en knipperlichten (haki). Het treinpersoneel moest nog wel de installatie in werking stellen, maar de trein schakelde na het passeren van de overweg de installatie uit, zodat de overweg weer werd vrijgegeven voor het wegverkeer.

Hahob
Voluit: half automatische overweg bomen. Net als bij de ahob (automatische halve overweg bomen) wordt de weg slechts voor de helft afgesloten. Het grote verschil tussen de ahob en de hahob is dat de laatste eerst door middel van een drukknop in werking moet worden gesteld. Bij de ahob doet de trein dat zelf. De trein zorgt er echter in beide gevallen zelf voor, dat na het passeren van de overweg de bomen weer omhoog gaan en de knipperlichten doven.

Haki
Voluit: half automatische knipperlicht installatie. Ook hierbij stelt een rangeerder de overwegbeveiliging in werking door het drukken van een knop, waardoor de lichten beginnen te knipperen (en soms ook bellen gaan rinkelen). De trein schakelt de installatie zelf uit.

Ebo
Voluit: elektrisch bediende overwegbomen. Hierbij dienen de volledig afsluitende te worden gesloten en geopend door een rangeerder.
De overweg in de Harlingertstraatweg in Leeuwarden was nog voorzien van hele bomen, die door het treinpersoneel elektrisch werden bediend vanuit een relaiskast op het oude perron van Leeuwarden Halte. Deze overweg verving in 1966 de gietijzeren bomen. In tegenstelling tot een hahob, waarbij de trein de bomen weer omhoog laat gaan, was dit bij de ebo een taak voor de rangeerder via de drukknop. Menigmaal vlogen ongeduldige automobilisten dan alweer onder de zich openende bomen door, terwijl de trein amper aan de overkant was.


De aardappelcampagne

Ondanks het feit dat de openbare los- en laadplaats in Stiens pas in 1992 werd gesloten, heeft dit de jaren daarvoor niet of nauwelijks ander vervoer opgeleverd dan aardappelen. En dat transport vond altijd plaats in de periode van oktober tot en met februari. De ZPC in Stiens was de grootste opdrachtgever voor het transport van aardappelen voor de NS. Lange treinen tot wel dertig wagons werden per keer vervoerd, meestal met bestemming Italië.


Locomotief 2411 arriveert te Stiens (foto boven) en plaatst de ledige wagons op het terrein van de ZPC te Stiens (foto onder) op 29 oktober 1987. Foto's: Raymond Kiès.




Tijdens een bezoek van Roelof Hamoen aan de lijn werden vooral koelwagons gebruikt voor het vervoer van aardappelen. De koelwagons waren niet nodig om te koelen, maar juist om de aardappelen voor bevriezing te behoeden. Loc 2407 bij de ZPC te Stiens op 5 januari 1988. Foto: Roelof Hamoen.


De locomotief loopt na aankomst om te Stiens en rijdt vervolgens zonder wagons terug naar Leeuwarden. Foto: Roelof Hamoen, 5 januari 1988.



Dat de aardappelenexport voor flinke goederentreinen zorgden, toont deze foto van Raymond Kiès. Hier rijdt loc 2411 ter hoogte van de Frieslandhallen in Leeuwarden op 29 oktober 1987.